Op 29 januari jl. publiceerde minister Ollongren de jaarlijkse circulaire over het huurprijsbeleid voor de komende periode. De circulaire bevat alle wijzigingen met betrekking tot de huurprijzen vanaf 1 januari 2019. De circulaire geldt tot 1 juli 2020. Wij zetten de wijzigingen hieronder voor u op een rij.
Huurverhoging zelfstandige woningen
Voor geliberaliseerde huurovereenkomsten gelden geen maximale huurverhogingen. Dan geldt wat afgesproken is in de huurovereenkomst. Meestal is dat een indexeringsclausule.
Voor niet-geliberaliseerde huurovereenkomsten geldt per 1 juli 2019 het volgende:
- Voor huishoudens van 4 of meer personen, en voor huishoudens met één of meer AOW-gerechtigden is de maximale huurverhoging 4,1% (1,6% inflatie + 2,5 procentpunt), ongeacht het inkomen.
- Voor huishoudens die niet tot voornoemde uitzonderingsgroepen behoren en met een inkomen tot en met € 42.436 (in 2017) is de maximale huurverhoging 4,1%.
- Voor huishoudens die niet tot de bovengenoemde uitzonderingsgroepen behoren en met een inkomen boven € 42.436 (in 2017) is de maximale toegestane huurverhoging 5,6% (1,6% inflatie + 4 procentpunt).
Inkomensafhankelijke huurverhoging
Er is zoals er blijkt uit het bovenstaande dus ook in 2019 weer de mogelijkheid om een inkomensafhankelijke huurverhoging door te voeren. De verhuurder heeft de mogelijkheid bij de Belastingdienst een huishoudverklaring op te vragen via de website: www.inkomensafhankelijkehuurverhoging.nl.
Er moet een nieuw account worden aangemaakt en dat is mogelijk vanaf 1 februari 2019.
Maximale huurprijsgrenzen en liberalisatiegrens
De liberalisatiegrens was van 1 januari 2016 tot 1 januari 2019 bevroren op € 710,68. Per 1 januari 2019 is de liberalisatiegrens geïndexeerd naar € 720,42. Dat betekent dat woningen met ingang van 1 januari 2019 145 punten moeten hebben om geliberaliseerd te kunnen worden verhuurd, en vanaf 1 juli 2019, 142 punten.
De maximale huurprijsgrenzen volgens het woningwaarderingsstelsel worden per 1 juli 2019 verhoogd met het inflatiepercentage van het afgelopen jaar (1,7%).
Indexering energieprestatievergoeding
Een verhuurder kan zijn huurder een energieprestatievergoeding (EPV) in rekening brengen. Het gaat daarbij om een zogenaamde nul-op-de-meterwoning (NOM-woning). De wettelijk geldende maximumbedragen worden per 1 juli van elk jaar bij ministeriële regeling gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar. Het CBS heeft op 8 januari 2019 op bekend gemaakt dat het inflatiepercentage (CPI) over september 2018 1,9% bedraagt. De indexering bedraagt per 1 juli 2019 derhalve 1,9% van de maximumbedragen voor de verschillende type NOM-woningen.
Woningcorporaties
Woningcorporaties zijn gebonden aan de huursombenadering: de totale door corporaties te ontvangen huursom van alle huurders mag met niet meer worden verhoogd dan het inflatiepercentage over 2018 (1,6%) plus 1 procentpunt, in totaal dus met 2,6%.
Onzelfstandige woonruimte
Voor onzelfstandige woonruimte geldt een maximale huurverhoging van 3,1% (1,6% inflatie + 1.5 procentpunt). De maximale huurprijsgrenzen volgens het woningwaarderingsstelsel worden per 1 juli 2019 verhoogd met het inflatiepercentage van het afgelopen jaar (1,7%).
WOZ-waarde in het woningwaarderingstelsel
Elk jaar worden de bedragen waarmee de WOZ-waarde in het woningwaarderingsstelsel is verdisconteerd aangepast. Houd daar rekening mee. De onderdelen van het woningwaarderingsstelsel (puntensysteem) zijn terug te vinden in Bijlage I van het Besluit huurprijzen woonruimte.