Kamerbrief: Is de woningmarkt overbelast door woningzoekenden met een urgentie?
Op 12 januari 2015 heeft de NOS bericht dat huurwoningen in Nederland schaarser worden doordat er steeds meer vluchtelingen naar Nederland komen. Het gevolg is volgens de NOS dat de wachttijden voor woningzoekenden, die op een sociale huurwoningen wachten, langer worden. Naar aanleiding van deze berichten van de NOS heeft kamerlid Karabulut van de SP aan de minister uitleg gevraagd. In een kamerbrief van 11 mei 2015 gaat minister Blok in op de vraag of de urgente woningzoekers veel druk op de woningmarkt leggen.
Huisvestingswet en huisvestingsverordeningen
In de huisvestingswet worden drie groepen woningzoekenden als urgent aangemerkt. Dit zijn: mantelzorgers en –ontvangers, personen die in blijf-van-mijn-lijfhuizen verblijven en verblijfsgerechtigden. Als deze groepen voor de eerste keer een woning zoeken hebben zij voorrang op reguliere woningzoekenden. Op grond van de huisvestingswet kunnen gemeenten invloed uitoefenen op de verdeling en samenstelling van de woningvoorraad. Zij kunnen in huisvestingsverordeningen regels opnemen. Zo kunnen gemeenten bepalen dat er naast de drie genoemde urgente groepen meer mensen voorrang hebben bij het zoeken naar een woning, zoals woningzoekenden die economisch gebonden zijn aan een bepaalde plaats.
Verhouding urgente en reguliere woningzoekenden
Volgens de minister ligt het voor de hand dat hoe meer urgente woningzoekenden er zijn hoe minder reguliere woningzoekenden er zijn. Het signaal dat steeds meer woningen aan urgente groepen worden toegewezen, is dus mede veroorzaakt door het beleid van de gemeenten en hoeveel groepen zij als urgent aanwijzen. De minister wijst erop dat het de verantwoordelijkheid is van de gemeenten om ervoor te zorgen dat het woningaanbod rechtvaardig verdeeld wordt. Dit geldt te meer voor gemeenten waar de druk op de woningmarkt hoog is, zoals in de grote steden. De gemeenten moeten de belangen van alle groepen woningzoekenden afwegen en zorgen dat er geen groepen tussen wal en schip vallen.
Volgens de minister bestaat er geen overzicht van het aantal woningzoekenden. Woningzoekenden hebben tegenwoordig veel verschillende mogelijkheden om een woning te zoeken (internet, dagbladen, informeren bij verhuurders), waardoor de klassieke wachtlijst niet langer bestaat. Hierdoor bestaat er ook geen overzicht van het aantal urgente woningzoekenden. Uit een enquête van de NOS onder de gemeenten is gebleken dat bij een kwart van de gemeenten de wachttijd voor een sociale woning toeneemt. Dit komt volgens de gemeenten onder andere door de toename van urgente woningzoekenden. De minister concludeert dat bij de meerderheid van de gemeenten (driekwart) er geen sprake is van druk op de woningmarkt door urgente woningzoekenden.
Scheefwonen
De minister wijst erop dat de sociale huurwoningen bedoeld zijn voor mensen met een laag inkomen en specifieke doelgroepen zoals de verblijfsgerechtigden. De woningvoorraad in Nederland zou in beginsel groot genoeg zijn om iedereen te huisvesten. Veel van de woningen worden echter nog bewoond door mensen die (inmiddels) een hoog inkomen hebben (scheefwoners). Deze groep mensen zou moeten ‘doorschuiven’ naar de duurdere woningen. De overheid probeert deze doorstroming te bevorderen.
Conclusie
Volgens de minister is niet duidelijk vast te stellen hoeveel urgente woningzoekenden er zijn. Bij het merendeel van de gemeenten zouden de urgente woningzoekenden in ieder geval niet voor meer druk op de woningmarkt zorgen. In de grote steden, zoals Amsterdam, is de druk op de woningmarkt wel degelijk hoog. Dat wordt wellicht niet uitsluitend veroorzaakt door de urgente woningzoekenden, maar dit speelt waarschijnlijk wel een rol. De combinatie van scheefwoners en het toenemende aantal (urgente) woningzoekenden zorgt ervoor dat de wachttijd voor een sociale huurwoning in Amsterdam voor een reguliere woningzoekende inmiddels gemiddeld acht jaar is. Het bevorderen van de doorstroming van scheefwoners stuit ook op problemen. Zo zit er doorgaans een groot gat tussen de sociale huurgrens (€ 710,68) en de huurprijzen in de sociale sector. Een huurder die zou moeten doorstromen wordt dan geconfronteerd met een (te) grote huurverhoging en zal niet doorstromen.
Kortom het aantal woningzoekenden neemt toe. In de media wordt vooral aandacht besteed aan het aantal vluchtelingen dat naar Nederland komt en hier een urgente woningzoekende is. Hierdoor is wellicht het enigszins vertekende beeld ontstaan dat alleen door deze groep woningzoekenden een grote druk op de woningmarkt is komen te liggen. De oorzaak van de druk op de woningmarkt zal niet uitsluitend gelegen zijn in de toename van het aantal vluchtelingen dat in Nederland gehuisvest moet worden, maar het zal wel een rol spelen.
U kunt het hele artikel van de NOS hier lezen. Voor de volledige kamerbrief van minister Blok klikt u hier.