Minister Blok eens met Hielkema & co
Op 23 september 2016 plaatsten wij een artikel op onze website over de vraag of het sinds de invoering van de Wet Doorstroming Huurmarkt op 1 juli 2016 nog mogelijk is om een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met een minimale huurtermijn te sluiten. Wij constateerden in dit artikel dat veel professionele verhuurders gebruik maken van zo’n huurovereenkomst, omdat hen dit de garantie geeft dat de huurder in ieder geval een bepaalde periode blijft huren en de huur betaalt. Deze verhuurders verkeerden in de onzekerheid of de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met een minimale huurtermijn sinds 1 juli 2016 gekwalificeerd wordt als een tijdelijk huurcontract (een huurovereenkomst voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 7:271 lid 1 BW). Want als dat zo zou zijn, dan betekent dit dat de huurder de huurovereenkomst toch tussentijds kan opzeggen.
In het artikel hebben wij aan de hand van verschillende argumenten uiteengezet dat verhuurders nog steeds gebruik kunnen maken van de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met een initiële minimale huurperiode van bijvoorbeeld één of twee jaar. De argumenten daarvoor zijn onder meer te vinden in de wetsgeschiedenis, het doel van de huurwetgeving (huurbescherming) en de betekenis van het begrip ‘bepaalde tijd’.
De VVD heeft naar aanleiding van ons artikel Kamervragen gesteld. Het Kamerlid de heer Van der Linde heeft minister Blok gevraagd of hij bekend is met de onrust die onder professionele verhuurders is ontstaan over deze mogelijke implicatie van tijdelijke huurcontracten en of hij met de invoering van deze tijdelijke huurcontracten heeft beoogd om de mogelijkheid van een minimumhuurtermijn in huurovereenkomst voor onbepaalde tijd te doorkruizen. De antwoorden van de minister zijn geheel in lijn met de conclusie die wij in ons artikel hebben getrokken en de daarvoor aangedragen argumenten. Minister Blok schrijft:
“Ik heb met de introductie van de tijdelijke huurcontracten voor bepaalde tijd niet beoogd afbreuk te doen aan de gangbare praktijk onder commerciële verhuurders van het hanteren van een minimumcontractsduur. Ik heb hiermee slechts beoogd een nieuwe vorm van tijdelijke verhuur van woonruimte te introduceren. De mogelijkheid van het afsluiten van tijdelijke huurovereenkomsten, zoals geïntroduceerd met de Wet doorstroming huurmarkt, is bedoeld als een aanvulling op de bestaande mogelijkheden van verhuur.”
Zie ook de Kamerstukken.
Nogmaals willen wij benadrukken dat het van belang is en blijft om hiervoor goede huurovereenkomsten af te sluiten en daarin duidelijk te vermelden om welke huurovereenkomst het gaat: een tijdelijke huurovereenkomst of een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hielkema & co heeft hiervoor modellen ontwikkeld die gebaseerd zijn op de nieuwe wetgeving.