Tag archieven: verkoopregels

Vanaf 1 januari 2022 nieuwe verkoopregels woningcorporaties

De verkoop van corporatievastgoed is aan veel en strenge wettelijke regels gebonden. Deze verkoopregels dienen te voorkomen dat  maatschappelijk bestemd vermogen van de woningcorporaties wegvloeit. Met ingang van 2022 worden de Woningwet en het Besluit toegelaten instelling volkshuisvesting (BTIV), het wettelijk kader waarin de verkoopregels zijn opgenomen, flink gewijzigd. In deze nieuwsbrief bespreken wij de gewijzigde verkoopregels ten aanzien van (intramuraal) zorgvastgoed. In een apart artikel zal Hielkema & co uitgebreid stilstaan bij de overige wetswijzigingen.

Verkoop zorgvastgoed behoeft geen toestemming meer van de Minister

De verkoopregels van het BTIV komen in hoofdlijnen erop neer dat te verkopen corporatievastgoed bij voorkeur een nieuwe maatschappelijke bestemming krijgt. Als dat niet mogelijk is mag het corporatievastgoed met toestemming van de Minister van BZK verkocht worden.  Maar dan wel via een openbare biedingsprocedure om zodoende te borgen dat een optimale verkoopprijs wordt behaald en die opbrengsten zodoende weer terugvloeien in maatschappelijk bestemd vermogen.

De huidige wetgeving zondert bepaalde verkoopsituaties uit van de strenge verkoopregels voor corporaties. Corporaties behoeven geen voorafgaande goedkeuring van de Minister als het te verkopen corporatievastgoed een “maatschappelijke gebruiksbestemming” krijgt. Dat is ook logisch, omdat het maatschappelijk bestemd vermogen maatschappelijk bestemd vermogen blijft.

Zorgvastgoed c.q. zorgwoningen konden van deze uitzondering geen gebruik maken. Zorgvastgoed werd namelijk – merkwaardig genoeg – niet bestempeld als een maatschappelijke gebruiksbestemming. Zorgwoningen werden juridische gezien als reguliere woningen.

Dit zorgde voor een enorme administratieve lastendruk indien een corporatie een woonzorgcomplex wilde verkopen aan de zittende hurende zorginstelling. Er was immers goedkeuring nodig van de Minister en in het slechtste geval moest de hurende zorginstelling in concurrentie meedingen naar het woonzorgcomplex.

Met de wijziging in het BTIV komt aan deze praktijk een einde. Het gewijzigde BTIV schaart intramuraal zorgvastgoed niet langer onder wonen maar stelt dit gelijk aan maatschappelijk vastgoed. Dit heeft tot gevolg dat woningcorporaties geen ministeriele goedkeuring behoeven voor de verkoop van zorgvastgoed, mits het zorgvastgoed blijft. Hiermee komt de wetgever tegemoet aan signalen uit de praktijk dat onredelijk was dat zorgvastgoed niet zonder meer aan een zorginstelling kon worden verkocht. Wij verwijzen naar ook naar het artikel van Alex Lijkwan in Tijdschrift Vastgoedrecht, december 2020, nr. 6.