Als een alleenwonende huurder van een huurwoning overlijdt dan eindigt de huurovereenkomst aan het einde van de tweede maand na overlijden. In sommige gevallen kunnen huisgenoten van de huurder de huurovereenkomst na zijn overlijden voortzetten. Dit is mogelijk als zij een duurzame gemeenschappelijke huishouding met de huurder hebben gevoerd. De gemeenschappelijke huishouding tussen ouders en kinderen wordt doorgaans als niet duurzaam beschouwd waarna zij de huurwoning veelal moeten verlaten.
Minister Ollongren heeft onlangs via een internetconsultatie de regeling tijdelijke huurcontracten wezen gepresenteerd. Deze regeling maakt het voor woningcorporaties mogelijk om meerderjarige weeskinderen tijdelijke huurcontracten voor maximaal twee jaar toe te kennen.
Toegelaten instellingen mogen op grond van artikel 48 lid 2 van de Woningwet slechts huurovereenkomsten voor bepaalde tijd van maximaal twee jaar afsluiten als de huurder behoort tot één van de volgende doelgroepen (artikel 22a Regeling toegelaten instelling volkshuisvesting 2015):
- huurders die voor hun werk of studie tijdelijk in een andere gemeente binnen Nederland of afkomstig vanuit het buitenland in Nederland werken of studeren;
- huurders die in verband met renovatie of sloop als bedoeld in artikel 7:220, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gevolgd door vervangende nieuwbouw, hun woonruimte moeten verlaten en tijdelijk andere woonruimte moeten betrekken;
- huurders die afkomstig zijn uit maatschappelijke opvang als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, of huurders in een sociale noodsituatie met een aantoonbaar urgente huisvestingsbehoefte; en
- huurders met wie de toegelaten instelling een tweede of laatste kans-huurovereenkomst aangaat of huurders met wie een tijdelijke huurovereenkomst gecombineerd met begeleiding als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt afgesloten.
De minister wil deze regeling nu aanpassen, zodat woningcorporaties meerderjarige kinderen een tijdelijk huurcontract kunnen aanbieden waardoor zij na het overlijden van hun ouder(s) langer in de sociale huurwoning kunnen wonen. Op 17 september 2021 heeft de minister Kamervragen beantwoord over het op straat zetten van meerderjarige weeskinderen (en- of anders medebewoners van overleden familieleden of partners). Uit deze Kamervragen blijkt dat de minister ernaar streeft dat deze regeling in november van kracht is.
De minister bereidt daarnaast een gedragscode voor. Deze wordt samen met verhuurders en experts uitgewerkt en dient ervoor te zorgen dat meerderjarige weeskinderen een passende oplossing geboden kan worden en het voor verhuurders duidelijk is wat zij hierin kunnen en moeten. De minister onderzoekt tenslotte de andere wettelijke mogelijkheden om de positie van meerderjarige weeskinderen te verbeteren en hoopt de Kamer hier voor het einde van het jaar over te informeren.