Hennepkwekerij in kruipruimte is geen overtreding Huisvestingswet
De Burgemeester heeft op grond van de Opiumwet de bevoegdheid om een woning, die wordt gebruikt als hennepkwekerij te sluiten. Maar gemeenten laten het vaak niet daarbij. Omdat door de hennepkwekerij de woning feitelijk ongeschikt wordt voor bewoning, is ook sprake van woningonttrekking. Woningonttrekking is op grond van de Huisvestingswet 2014 niet toegestaan, althans niet zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders. Overtreding van de Huisvestingswet wordt bestraft met hoge bestuurlijke boetes. De gemeentelijke handhaving in reactie op een hennepkekwerij is dan ook vaak tweeërlei. Sluiting op basis van de Opiumwet. En een hoge boete voor de vastgoedeigenaar op grond van de Huisvestingswet.
Wil het college van burgemeester en wethouders een boete kunnen opleggen wegens illegale woningonttrekking, dan moet er ook echt sprake zijn van het ongeschikt / onbewoonbaar maken van een woning. In de zaak, die leidde tot de uitspraak van de Raad van State van 4 september jl., stelde de overtreder dat de hennepkwekerij zich in de kruipruimte bevond. Een kruipruimte is geen woning, dus kan van woningonttrekking geen sprake zijn. De Raad van State oordeelt dat de kruipruimte wel onderdeel uitmaakt van de woning. Hiertoe is de definitie van “woonruimte” in de Huisvestingswet relevant. Een woonruimte wordt gedefinieerd als “een besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden”. De kruipruimte valt onder “een of meer andere ruimte” behorende bij de woning. Op dit punt krijgt de overtreder dus geen gelijk.
De Raad van State oordeelt echter verder dat het college van burgemeester en wethouders niet heeft bewezen dat de woning onbewoonbaar was. De hennepkwekerij bevond zich weliswaar in de kruipruimte, maar de woning was gewoon nog fysiek bewoonbaar. Er was meubilair en een keuken aanwezig. Het algemene verweer van de gemeente dat de hennep het woongenot nadelig beinvloedt, is onvoldoende om de woning als onbewoonbaar te bestempelen. De boete wegens overtreding van de Huisvestingswet was ten onrechte opgelegd.